De aardappel - in België vaak onderdeel van de dagelijkse warme maaltijd - komt oorspronkelijk uit Zuid-Amerika en werd in de 16de eeuw naar Europa gebracht. Omdat aardappelen op zoveel verschillende manieren kunnen worden bereid, behoren ze nog steeds tot de populairste levensmiddelen in ons land. We geven je hier een overzicht van de verschillende aardappelrassen en vertellen je hoe je je eigen aardappelteelt tot een succes kunt maken.
Zo lukt het
1
Laat vanaf maart enkele aardappelen voorkiemen. Plaats de aardappelen in een open schaal of bak en zet deze op een donkere plaats. Hoe hoger de temperatuur in de ruimte, hoe korter het voorkiemen duurt. Ideaal is 10 tot 15 °C. Na 3 tot 6 weken voorkiemen kan je in april deze pootaardappelen bij mild, droog weer in een losse, onkruidvrije bodem poten.
2
Trek hiervoor met een planttouw een groef, waarin je om de 30 cm een aardappel legt. Door een tussenafstand tussen de rijen van 70 cm aan te houden, hebben de planten straks voldoende ruimte voor de groei. Bovendien kunnen de planten bij natheid dan beter opdrogen, waardoor je ziekten voorkomt.
3
Wanneer de plantjes eenmaal uit de aarde zijn ontsproten, mag het niet meer vriezen. Bij een hoogte van ca. 15 cm moet je de aardappelplanten aanaarden. Dat doet je met aarde uit de ruimtes tussen de rijen. Daarmee voorkom je dat er licht bij de aardappelen komt en er groene plekken met een hoog gehalte aan solanine - een gifstof - ontstaan. Bovendien krijg je dan een rijkere oogst.
4
Voor de teelt van aardappelen op een balkon of terras zijn er tegenwoordig in tuincentra speciale dubbele aardappelpotten verkrijgbaar. In de binnenste pot zitten uitsparingen, waardoor je de aardappelen straks gemakkelijk kan rooien. De buitenste pot is een normale, dichte plantenpot. Let er bij het poten of planten in potten op dat er geen waterverzadiging optreedt. Leg potscherven of kiezelsteentjes onderin de pot en doe daar vervolgens de teelaarde bovenop. Ook bij aardappelen in potten is aanaarden nuttig.
Aardappelen kunnen op basis van het vroege, middelvroege of late tijdstip van oogsten worden onderverdeeld in drie categorieën. De categorieën vastkokend, overwegend loskokend/bloemig en bloemig zijn gebaseerd op de eiwit- en zetmeelgehalten. Verder kunnen, afhankelijk van het ras, het vruchtvlees en de schil geel, rood, paars, blauw of zwart zijn en de vorm rond, langwerpig of gekromd. Oudere rassen van vroeger zijn vaak veel aromatischer. We hebben een overzicht gemaakt van de bekendste rassen:
Vastkokend | Overwegend loskokend/lichtkruimig | Kruimig | |
---|---|---|---|
Vroege aardappelrassen | Sieglinde, Alexandra, Annabelle, Nicola, Princess, La Ratte | Catriona, Christa | |
Middelvroege aardappelrassen | Ramona, Cilena, Annalena, Angeliter Tannenzapfen | Desiree, Quarta | Bintje, Adretta |
Late aardappelrassen | Rosa Tannenzapfen, Linda | Agria, Laura | Ackersegen, Agria, Afra |
De ziekteverwekker Phytophthora (of fytoftora), die bij aardappelen de gevreesde aardappelziekte veroorzaakt, krijgt vaak vrij spel door regen- of gietwater op de aardappelplant. Een goede ventilatie of luchttoevoer en beschutting tegen regen is daarom bijzonder belangrijk.
Deze onderwerpen kunnen je ook interesseren
Producten voor een succesvolle aardappeloogst