De eerste eigen tuin
Voor kleine kinderen vormt de tuin een terrein vol ontdekkingen waar ze de citroenvlinders bewonderen, de slakken keuren en de eerste radijsjes uit de grond graven. In dit artikel ontdek je hoe je je kinderen enthousiast kan maken over tuinieren.
Tuinieren als hobby
Wat is er leuker dan ontspannen in de tuin of op het balkon, je handen in potgrond te stoppen en je planten verzorgen? Volgens een onderzoek in Allensbach was tuinieren in 2023 een van de populairste vrijetijdsbestedingen : ongeveer 27,3% van de ondervraagden gaf aan heel vaak te tuinieren. Dat verbaast ons ook niet : tuinieren werkt ontspannend, prikkelt onze zintuigen en houdt ons fit. Wetenschappers ontdekten bijvoorbeeld ook dat tuinieren stress vermindert. Andere onderzoeken tonen dan weer aan dat actief tuinieren leeftijdsgebonden gewichtstoename kan voorkomen.
Tuinieren is niet alleen voor volwassenen. Ook kinderen kunnen ervan genieten! Als de ouders of grootouders zelfs vaak in de tuin vertoeven, worden kinderen nieuwsgierig : puten graven, bloemen zaaien, onkruid wieden - ze zijn vaak heel enthousiast als ze de klassieke tuinklussen uitvoeren. Tegelijkertijd leren ze iets over de natuur, de teelt van groenten en over de verantwoordelijkheid voor het milieu.
Alles hangt af van de nieuwsgierigheid en de interesse van het kind. Sommige kinderen lopen al op tweejarige leeftijd rond met een gieter om de bloemen water te geven, bij anderen komt die interesse er pas vanaf 4 of 5 jaar. Om hun nieuwsgierigheid te wekken, kan je met eenvoudige klusjes beginnen : vb. tuinkers zaaien of bloembollen planten. Ook kindvriendelijk tuingereedschap zoals een gieter, handschoenen of een klein schopje kunnen helpen om de kinderen op weg te helpen in de wereld van het tuinieren. Groter of scherper tuingereedschap zoals heggenscharen en kettingzagen horen niet thuis in kinderhanden of in de buurt van kinderen.
Het is belangrijk dat kinderen plezier beleven aan tuinieren. Als de kinderen overweldigd worden, de zaden niet ontkiemen of de oogst mislukt door een plaag, dan zullen ze snel hun interesse in tuinieren verliezen. Ouders moeten daarom ingrijpen om ondersteuning te bieden wanneer dat nodig is en te helpen bij moeilijke taken. Daarom hebben we voor jou enkele tips samengevat om kinderen kennis te laten maken met tuinieren en mislukkingen te voorkomen.
Alles wat er mooi uitziet, heerlijk smaakt, interessant aanvoelt of ongewoon ruikt, is in eerste instantie interessant voor kinderen. Je doet er dus goed aan om je tuin zo in te richten dat er zoveel mogelijk zintuigen worden geprikkeld...
Bloemen en kruiden zoals lavendel, basilicum, Oost-Indische kers, goudsbloemen of de limonadeplant zijn een ware lust voor het oog. Als deze in bloei staan, lokken ze vlinders en bijen, wat leuk is om te zien. Een bloeiende basilicumstruik ziet er niet alleen mooi uit, maar ruikt ook nog eens heerlijk. Dankzij basilicumblaadjes zal de tomatensaus bij de pasta veel lekkerder smaken! Ook de bloemen van goudsbloemen en Oost-Indische kers zijn eetbaar : ze geven kleur aan zomerse salades of kruidenboter. Van de limonadeplant kan je zelf een heerlijke limonade bereiden. Dropgoudsbloemen die naar drop smaken, citroenmelisse met een heerlijk citroenaroma en chocolademunt zullen eveneens de reuk- en smaakzintuigen prikkelen. Laten we ook de zoete groenten en fruit niet vergeten : aardbeien, snackpaprika's of kerstomaatjes!
Om de tastzin te stimuleren, is het handig om planten met verschillende texturen in het tuinbed te plaatsen. Citroenmelisse, dropgoudsbloemen of rozemarijn roepen al verschillende sensaties op als je de bladeren aanraakt. Wil je nog meer planten voelen, dan kan je grassen aanplanten. Lampenpoetsersgras vormt bijvoorbeeld pluizige bloeiwijzen die gewoon geaaid willen worden. Boswilgen trekken in het voorjaar de aandacht met hun zachte knoppen. En met compact groeiend sterremos kan je een zacht kussen in je bloembed planten waar kinderen overheen kunnen lopen.
Kinderen van 2 of 3 jaar oud kunnen nog niet inschatten hoeveel water een plant nodig heeft. En soms interesseert het hen ook gewoon niet - belangrijk is, dat de gieter leeg is. Robuuste planten, die veel water nodig hebben en nooit te veel water kunnen krijgen, zijn in dit geval ideaal. Denk maar aan tandzaad, goudsbloemen, dahlia's en geraniums. Met deze planten kunnen kinderen hun eerste ervaringen opdoen.
Planten op het balkon moeten aangeplant worden in een pot met drainagegaten en een laagje drainagemateriaal (vb. puimsteenkorrels). Zo kan overtollig water gemakkelijker weglopen. Controleer een half uur na de gietbeurt of er nog water in de onderzetter staat en giet het eventueel weg.
Voor kinderen die wat minder uithoudingsvermogen hebben bij het begieten of die slechts druppelsgewijs water geven, zijn droogtetolerante planten zoals lavendel, salie, tijm of oregano goede kandidaten. Nog een pluspunt : mediterrane planten zijn door hun geur en aroma ook uitstekend geschikt om naast hun gezichtvermogen de reuk- en smaakzintuigen van kinderen aan te spreken.
Iedereen die ooit pepers of tomaten heeft gezaaid, weet dat er tussen het zaaien en de eerste oogst enkele maanden zitten waarin de planten zorgvuldig moeten worden verzorgd. Als je je kinderen voor een eerste maal laat zaaien, kies je beter voor snelgroeiende en weinig veeleisende planten die weinig onderhoud vragen en je al na korte tijd zullen verrassen met heerlijke vruchten. Vanaf het begin zullen je kinderen kleine successen ervaren, waardoor hun interesse in tuinieren zal toenemen.
Tuinkerszaden zijn een leuk tuinproject om mee te starten. Deze kunnen het hele jaar door worden gezaaid, bijvoorbeeld op de vensterbank. Voor het zaaien van tuinkers is een bord met vochtige watten voldoende. Al na enkele dagen zijn de eerste tuinkerszaadjes ontkiemd - deze zullen zich snel ontwikkelen tot kleine plantjes. Een echte belevenis voor kleine hobbytuiniers!
Naast waterkers zijn er andere "miniplantjes" die je op de vensterbank in de keuken kan zaaien en oogsten. We spreken hierbij van microgreens. Dit zijn planten die niet zo lang gekweekt hoeven te worden alvorens de eerste vruchten of knollen worden gevormd - ze worden geoogst kort na het zaaien, zodra ze hun eerste of tweede bladpaar hebben ontwikkeld. Je oogst dus geen knol of vrucht, maar wel een klein groen plantje. Het is dus belangrijk dat je enkel microgroenten kweekt waarvan de bladeren eetbaar zijn. Natuurlijk moet het ook smaken! Rucola, wortels, rode biet, erwten, radijs, snijbiet of munt zijn bijvoorbeeld heel geschikt.
Tip : zaden van hoge kwaliteit zijn meestal veel betrouwbaarder dan minderwaardige, foutief gestockeerde of oude zaden. Gebruik bij voorkeur kwalitatieve zaden uit een kiemvrije verpakking.
Als je wilt zaaien in de tuin, dan is het handig dat de zaden relatief groot zijn. Dit laat de kinderen toe om de zaden bewust en zelfstandig te zaaien.
Erwten zijn daarbij een heel goede keuze. De zaden zijn niet alleen groot, maar zorgen ook voor een snel resultaat. Aangezien de bladgroenten al eetbaar zijn, kunnen de erwten na korte tijd als microgroenten worden geoogst. Als je wat meer geduld hebt, kan je na ongeveer drie maanden de eerste, heerlijke peulen oogsten. Meer tips voor het kweken van erwten vind je in ons plantenportret.
Ook een zaailint met radijzenzaden is gemakkelijk in de moestuin te planten. Je hoeft enkel het zaailint op de bodem te leggen, met een dun laagje potgrond te bedekken en water te geven - na ongeveer twee maanden kunnen de eerste radijsjes geoogst worden!
Snelgroeiende bloemen zijn eveneens een leuk idee : zonnebloemen, goudsbloemen of Oost-Indische kers hebben relatief grote zaden en bloeien al enkele weken na het zaaien.
Als de kinderen geen onkruid meer willen wieden, als water geven niet langer leuk is of als er spannendere dingen zijn om te doen zoals zandkoekjes bakken of vlinders kijken, dan is dat prima. Tuinieren moet in de eerste plaats leuk zijn. Het gaat er niet om dat je een perfect gewied tuinbed hebt, maar wel dat de kinderen hun drang nastreven om hun omgeving te verkennen, waar te nemen en te observeren en enthousiasme voor de natuur te ontwikkelen.
Ondersteun je kinderen vanaf de eerste tuinexperimenten tot aan hun eerste eigen moestuin door ze geleidelijk aan kennis te laten maken met de individuele activiteiten. Als je kinderen al de eerste ervaringen hebben opgedaan met water geven en met zaaien, dan kunnen ze gaandeweg meer verantwoordelijkheid op zich nemen, bijvoorbeeld voor een eigen klein moestuintje.
Toch is het belangrijk om af en toe eens naar de planten van je kind te kijken. Indien nodig kan je discreet ingrijpen als de planten dreigen uit te drogen of als je bladluizen hebt opgemerkt.
In principe kunnen kinderen vanaf zes jaar starten met hun eigen tuintje. Als er geen tuin ter beschikking is, kan je kiezen voor een verhoogde moestuinbak op het balkon. Bloemen, kruiden en groenten kunnen ook in bloembakken of potten worden geplant. Effectief aanplanten en planten verzorgen is echter alleen mogelijk met de steun van een volwassene.
Pas vanaf 10 jaar kunnen kinderen zorgvuldig en grotendeels zelfstandig voor hun minituintje zorgen. Als de planten echter worden aangetast door bladluizen, echte meeldauw of spint, is de hulp van een volwassene nodig.
Stap 1
Bij de creatie van de eerste minituin kies je best voor onderhoudsvriendelijke, robuuste en niet veeleisende planten. Zo voorkom je dat kinderen niet vanaf het begin gedemotiveerd raken. Zelfs voor volwassenen is het onderhoud van een bloembed met verschillende planten een uitdaging die je eerst onder de knie moet krijgen. Slechts geleidelijk aan mogen meer veeleisende planten worden toegevoegd.
Ideaal voor beginners zijn suikererwten, radijsjes, wortelen, snijbiet, sla, goudsbloemen, zonnebloemen, Oost-Indische kers, oregano, rucola, limonadeplanten, tijm en salie. Ook munt is een onderhoudsvriendelijke en robuuste plant die helaas erg snel groeit en andere planten kan verdringen. We raden je dan ook aan om je kind de munt in een separate pot te laten aanplanten.
Tip voor een bloeiende start : om de wachttijd tot april op te fleuren kan je in het voorjaar sleutelbloemen, madeliefjes en hoornviooltjes aanplanten. Vermijd kegelsleutelbloemen (Primula obconica) want deze zijn giftig. Kies wel voor stengelsleutelbloemen. De felle kleuren van de sleutelbloemen en de kleine bloemetjes van het hoornviooltje zullen het tuintje of de bloembak omtoveren tot een kleurrijk bloembed. Een extra pluspunt : de eerste hommels, die eind februari op zoek gaan naar voedsel, zullen hjier stuifmeel en nectar vinden. Vanaf april, als het weer aangenaam zacht en lenteachtig is, kan je de eerste groenteplanten en zonnebloemen zaaien.
Zodra kinderen gevoel krijgen voor de behoeften van hun planten, kunnen ze geleidelijk aan meer planten aan hun minituintje toevoegen. Denk maar aan bonen, aardbeien, tomaten, aardappelen, pompoenen, zoete aardappelen of snackpaprika's. Omdat stoktomaten veel aandacht vragen, zijn dwergtomaten de betere keuze. Deze blijven met een hoogte van 30 tot 40 centimeter relatief compact en hoeven niet wekelijks uitgedund te worden. Als je kind meer van bloemen houdt, kan je ook overwegen om een kleine bloemenweide aan te leggen.
Een verhoogde moestuinbak op het balkon bevat slechts een beperkt volume potgrond. Je moet er dus rekening mee houden dat diepgewortelde planten zoals wortelen of aardappelen niet voldoende plaats zullen hebben om knollen te vormen. Zelfs grote planten zoals pompoen of tomaten voelen zich niet zo goed in een moestuinbak. Concentreer je dus bij voorkeur op kleine en compacte planten zoals radijsjes, sla, aardbeien, dwergtomaten en kruiden.
Stap 2
De meeste kindvriendelijke bloemen en groenteplanten houden van een zonnige tot half-schaduwrijke locatie. Idealiter kies je een windvrij plekje uit. De planten hoeven niet beschut te staan tegen de regen. Enkele planten zoals mediterrane kruiden of warmteminnende vruchtgroenten zijn wel blij als ze tijdens zomers met veel regen tegen teveel water worden beschermd.
Stap 3
Om ervoor te zorgen dat je kind zich niet overweldigd voelt, begin je beter met een paar planten op een klein perceel. Meestal is een bed van 120 op 120 centimeter voldoende. Je kan het bed geleidelijk aan vergroten om planten toe te voegen.
Plan voldoende ruimte in voor de afzonderlijke planten. Grotere planten zoals erwten of snijbiet groeien het beste in het midden van het bed, terwijl kleinere planten zoals radijsjes en wortelen beter aan de rand van het bed staan. Als het minituintje tegen de muur van je huis staat, plaats je de hogere planten bij voorkeur achteraan en de kleinere planten vooraan.
Als je een verhoogde moestuinbak beplant, zullen radijsjes of hangplanten zoals Oost-Indische kers of aardbeien zich thuis voelen aan de rand. Kruiden en dwergtomaten groeien dan achteraan of in het midden
Stap 4
Vóór de aanplanting moet de bodem losgemaakt worden en oppervlakkig worden omgegraven. Vervolgens gebruik je een kwalitatieve bodemverbeteraar. Voor groenten kan je hierbij kiezen voor een bodemverbeteraar voor moestuinen. Al bij de voorbereiding van de bodem kunnen kinderen helpen : met een klein schopje kunnen ze grotere klompen potgrond verklonteren en nadien op de bodem verspreide, of ze kunnen het tuinbed omranden met kleine stenen.
Bij een kleine verhoogde moestuinbak bedek je de bodem met een dikke laag houtchips. Deze zorgen voor een goede waterdoorlaatbaarheid zodat de planten niet met de voeten in het water komen te staan. Vervolgens vul je de moestuinbak verder op met een aangepaste potgrond.
Stap 5
Bespreek samen welke planten in het bed komen en markeer de verschillende percelen met kleine steentjes, stokjes of een touwtje. Als je van plan bent om radijsjes, wortelen, snijbiet, sla of erwten te zaaien, dan kan je kind met zijn vinger een gleuf maken, daarin de zaden leggen en deze vervolgens met potgrond bedekken. Bij radijsjes en wortelen moet je rekening houden met een plantafstand van 3 centimeter. Tussen de rijen is een afstand van 20 centimeter ideaal. Voor erwten, snijbiet en sla moet deze afstand groter zijn. In onze zaaikalender vind je een overzicht van de populairste groenteplanten en de zaaiperiode.
Na het zaaien moet je de zaden tot aan de ontkieming constant vochtig houden. Bij zonnig lenteweer kan het nodig zijn om je bodem dagelijks te controleren. Eenmaal de zaden zijn opgedroogd, moet je opnieuw zaaien. Uitgedroogde zaden zullen namelijk niet meer groeien. We raden je aan om de kinderen in het begin een handje te helpen als je merkt dat het tuinieren hen te veel wordt. In plaats van sla en snijbiet te zaaien, kan je natuurlijk ook kiezen voor voorgekweekte plantjes.
Voor aardbeien graaf je een klein gaatje waarin je een organische meststof met lange werking strooit. Vervolgens kan je de plant plaatsen, de grond goed aandrukken en water geven. Vanaf midden mei kunnen vruchtgroenten zoals tomaten, aardappelen en snackpaprika's gezaaid worden. Aangezien zij heel veel voedingsstoffen nodig hebben om te groeien, kan je ook hier een meststof met lange werking toepassen.
Giftige planten horen niet thuis in een kindertuintje. Tot deze groep behoren onder meer goudenregen, engelentrompet (brugmansia), wolfskers (atropa), datura, waterscheerling, berenklauw, monnikskap, vingerhoedskruid, kerstroos, meiklokjes, herfsttijloos en klimop.
Helaas bestaan er ook enkele groentesoorten die giftig zijn als ze rauw of onrijp worden geconsumeerd :
Radijzen, tuinkers, erwten, wortelen en basilicum zijn onschadelijk. Zelfs de bloemen zijn geschikt voor consumptie. Ze zijn daarom ideaal voor kleuters!
Producten voor het kindertuintje
Deze onderwerpen kunnen je ook interesseren