Kenmerken
Behoeften
Eigenschappen
Correct planten
Varens planten
Sommige exemplaren worden amper enkele centimeters hoog, andere kunnen dan weer enorm groot worden. De groep van de varens bestaat uit meer dan 10.000 verschillende soorten en is een van de oudste plantengroepen ter wereld. De meeste soorten komen oorspronkelijk uit enigszins koele, tropische nevelwouden. Lang voordat de mens bestond, groeiden varens al in bossen en tropen. Dankzij hun weerstands- en aanpassingsvermogen hebben varens zich gedurende duizenden jaren kunnen aanpassen aan klimatologische omstandigheden en veranderingen. Hierdoor kunnen we vandaag de dag nog steeds genieten van hun unieke bladeren en zelf varens kweken in huis of in de tuin.
Varens zijn kruidachtige planten. De meeste soorten vormen ondergronds een dikke, horizontaal groeiende stengel - de zogenaamde rizoom of wortelstok. Deze is verantwoordelijk voor de opslag van voedingsstoffen. Uit de knopen van de wortelstok groeien wortels en nieuwe scheuten. Zo kunnen sommige soorten zich voortplanten. De bladsteel, die uit de wortelstok groeit en uit de grond steekt, eindigt in een langere, smallere stengel - de schijnstam. Smalle, filigrane bladeren vertakken zich aan de zijkant van de schijnstam en staan bekend als veren. Samen met de middennerf vormen ze het varenblad, dat - afhankelijk van de soort - varieert in kleur, vorm en grootte.
Normaliter produceren varens nieuwe scheuten in de herfst, die aanvankelijk opgerold zijn als een bisschopsstaf en zich in de loop van de lente ontvouwen en groeien. Terwijl veel planten bloemen en zaden produceren, dragen varens kleine hoopjes sporen aan de onderkant van hun bladeren, waardoor ze zich op grote schaal kunnen voortplanten. Als een varen geen sporenhoopjes onder zijn blad heeft, is hij steriel.
Afhankelijk van de soort kunnen varens sterk verschillen qua uiterlijk en geprefereerde standplaats. Groot of klein, bladverliezend of groenblijvend, koperkleurig, geelgoud, donker- of lichtgroen - iedereen vindt zijn gading!
Grote varens
Als je op zoek bent naar grote varens voor in de tuin, dan is de struisvaren (Matteuccia struthiopteris) misschien wel iets voor jou. Zijn lichtgroene bladeren die als een trechter omhoog groeien, worden tot 120 centimeter hoog. Omdat de struisvaren sterk groeit en ondergronds brede uitlopers vormt, is hij ideaal voor aanplanting in grote tuinen.
Een nog grotere soort is de koningsvaren (Osmunda regalis), een inheemse groene plant die 120 tot 150 centimeter hoog wordt en zo indruk maakt met zijn goudbruine bladeren.
Ook met de boomvaren (Cyatheales) kan je indrukwekkende hoogtes bereiken. Met zijn grote stam en lange bladeren lijkt hij sterk op een palmboom. De weelderige, groene bladeren kunnen tot drie meter hoog worden en maken van de boomvaren een echte blikvanger.
Kleine varens
Naast grote varens zoals de koningsvarens en de struisvarens, zijn er relatief compacte soorten. De Himalaya haarmos (Adiantum venustum) is een van de kleinere groene planten die ongeveer 20 tot 30 centimeter hoog worden. De zwarte stengels dragen fijn geveerde bladeren die aan het uiteinde licht gekarteld zijn. De bladeren van deze winterharde varensoort kleuren tijdens strenge winters oranje tot bruin, maar behouden hun diepgroene kleur tijdens zachte winters.
Groenblijvende soorten
Als je ook in de winter wilt genieten van een prachtige, groene varen, dan heb je meerdere soorten die bestand zijn tegen vorst en sneeuw. De tongvaren (Asplenium scolopendrium) is bijvoorbeeld bestand tegen temperaturen tot -28°C. De plant ziet er ook anders uit dan de andere varens : de bladeren bestaan uit gladde, niet-gedeelde bladeren die 60 centimeter hoog kunnen worden. Andere groenblijvende varens, die zelfs tijdens koude winters hun groene kleur behouden, zijn de dubbelloof (Blechnum spicant) en de Japanse kantvaren (Polystichum polyblepharum).
Varens voor rotstuinen
Heel wat kleine varens die goed bestand zijn tegen droogte, voelen zich ook thuis in rotstuinen met een vochtige, frisse bodem. Zo kan je de Himalaya haarmos (Adiantum venustum) en de delicate Selaginella kraussiana zonder probleem in je rotstuin aanplanten. Enkele soorten, zoals de bruin gestreepte steenbreekvaren (Asplenium trichomanes), groeien zelfs in muurvoegen. De groene plant wordt 10 tot 20 cm hoog en vormt lichtgroene, filigrane bladeren.
Naast kleine varens zijn er ook middelgrote varens die ideaal zijn voor rotstuinen. Zo is de varenhelmbloem (Corydalis cheilanthifolia) goed bestand tegen droge omstandigheden, wat ideaal is voor rotstuinen. De plant wordt 20 tot 40 cm hoog. Met haar lange, donkergroene bladeren die grote gele rozetten vormen, is de varenhelmbloem een echte blikvanger.
In tegenstelling tot heel wat andere planten, houden varens van niet te veel licht. We raden je dan ook aan om voor je varens een half-schaduwrijk tot schaduwrijk plekje uit te kiezen waar de plant beschermd wordt tegen zonlicht. Zo zijn schaduwrijke plekjes onder bomen, naast muren of op terrassen heel geschikt. Binnenhuis is een donkere ruimte met een hoge luchtvochtigheid van ongeveer 60% ideaal. Dit is dan ook de reden waarom varens heel goed gedijen in badkamers, keukens en kamers met ramen op het noorden.
De ideale basis voor een gezonde groei
In de tuin of in een pot binnenshuis - varens moeten worden aangeplant in een humusrijke grond met losse en doorlatende structuur. Kies voor een kwalitatieve potgrond voor kamerplanten die verrijkt is met meststof. Zo zijn je planten gedurende meerdere weken voorzien van alle belangrijke voedingsstoffen. Met dergelijke substraten wordt ook de wateropname geoptimaliseerd, wat op zijn beurt zorgt voor een gezonde wortelgroei en prachtige, groene bladeren.
De ideale periode om varens aan te planten, is in het voorjaar. Daarbij begint alles bij de juiste standplaats (zie hierboven). Als je het juiste plekje hebt gevonden, graaf je een gat waarin je de varen iets dieper plant dan in zijn pot. Vul eventuele gaten op met aarde en geef de plant water.
Varens kunnen eveneens aangeplant worden in potten of bakken op het balkon of het terras. Kies een pot die iets groter is dan de wortelkluit en die is voorzien van afvoergaten. Bedek de bodem van de pot met hydrokorrels om een goede drainage te garanderen. De korrels zorgen ervoor dat overtollig gietwater gemakkelijker kan weglopen en er meer zuurstof tot bij de wortels komt.
Correct verzorgen
Varens verzorgen
Varens zijn eigenlijk heel onderhoudsvriendelijke planten. Toch hebben ze regelmatig water nodig, vooral in het eerste jaar na aanplanting. Varens houden van een vochtige bodem, maar staan niet graag met de voeten in het water. Daarom raden we je aan om je planten iets vaker een kleine hoeveelheid water te geven in plaats van één keer een heel veel water. Stop net vóór het begieten een vinger in de potgrond om te controleren of deze al een beetje is opgedroogd. Deze vingertest is vooral handig voor varens in potten op het balkon of in huis.
Geef bij voorkeur kalkarm water op kamertemperatuur of dat lauw is. Stilstaand regenwater is ideaal. Als je varen je groene oase opfleurt, dan hebben we nog een handige tip voor jou : je kan de vitale fotosynthese bevorderen door je plant regelmatig met water te besproeien. Zo kan je het vervelende stof van de bladeren verwijderen. Om te voorkomen dat je plant te nat wordt, kan je de grond afdekken met een zak of wat plastic folie. Varens houden namelijk niet echt van wateroverlast.
Als je je varen een boost wilt geven, dan kan je die bemesten met een vloeibare meststof voor kamerplanten. Dergelijke specifieke meststoffen versterken de weerstand van je plant en zorgen voor een krachtige groei en gezonde bladeren. Je hoeft enkel tijdens de vegetatieperiode te bemesten, nl. van maart tot oktober. Volg hierbij nauwkeurig de aanbevelingen op de verpakking op.
Naast bemesten kan je je varen versterken door hem te snoeien. Zo krijgt je plant genoeg ruimte om nieuwe scheuten te ontwikkelen. Snoei je varen één maal per jaar met een scherp mes tot dicht bij de grond. Zorg ervoor dat de jonge bladeren niet worden geknipt. Bladverliezende varens worden bij voorkeur in de herfst gesnoeid. Wintergroene varens kan je in het voorjaar snoeien. Als je varen een groenblijvende vaste plant is of als je varen binnen staat, dan hoef je helemaal niet te snoeien. Het volstaat om de bruine of opgedroogde bladeren te verwijderen.
De meeste varens zijn winterhard en doorstaan zonder problemen de koude wintermaanden. Bladverliezende varens kan je extra beschermen door de afgeknipte plantendelen bovenop de gesnoeide plant te leggen. Als alternatief kan je hiervoor bladeren of dennentakjes gebruiken.
Varens in potten die niet winterhard zijn, kan je laten overwinteren in een iets koelere ruimte bij een temperatuur van ongeveer 15°C. Wist je trouwens dat varens die binnenshuis overwinteren, tijdens de winter weinig water nodig hebben maar wel houden van een relatief hoge luchtvochtigheid? Door je plant tijdens de winter regelmatig te besproeien met een beetje water, creëer je de ideale omstandigheden.
Vermeerdering uit sporen
Er wordt een onderscheid gemaakt tussen steriele en vruchtbare varens. De meeste varens produceren zowel steriele (onvruchtbare) als vruchtbare bladeren. De vruchtbare stengels dragen aan de onderkant van het blad kleine sporen die in sporendoosjes zitten. Door spanning komen de sporen vrij en worden ze meegenomen door de wind. Als de sporen op geschikte grond terechtkomen, kan er onder de juiste omstandigheden een nieuwe varen uitlopen.
Vermeerdering uit de wortelstok
Sommige varens ontwikkelen een ondergrondse wortelstok (rizoom) waaruit nieuwe uitlopers met scheutknoppen groeien. Als je deze uitlopers op een andere plek wilt planten, dan kan je je varen uitgraven en de wortelstok delen met een scherp mes. Elke uitloper heeft minstens één scheutknop nodig om uit te lopen. Bij kleinere varens zit je veilig met elk minstens twee intacte scheutknoppen. Plaats het gescheurde gedeelte op de gewenste plek. Deel je varen bij voorkeur in het voorjaar. Zo krijgt de nieuwe scheut genoeg tijd om wortels te vormen voor de winter.
Varens zijn heel robuuste planten die zelden worden aangetast door plagen. Schimmelziekten zoals valse meeldauw kunnen echter voorkomen als de plant niet goed wordt verzorgd. In ons schadeportret van valse meeldauw en echte meeldauw ontdek je, hoe je de ziekten kan herkennen en bestrijden.
Varens die binnenshuis worden gekweekt, worden af en toe aangevallen door bladluizen. Met een aangepast product op basis van koolzaadolie kan je de ongewenste insecten op eenvoudige en natuurlijke wijze bestrijden. Ook lapsnuitkevers kunnen varens aantasten.
Alle delen van de varen zijn giftig als ze worden gegeten. Zorg er daarom voor dat kleine kinderen en huisdieren niet in contact komen met de plant.
Producten voor de ideale verzorging van je varens
Ontdek meer over kamerplanten