Tomaten, komkommers & co.
Op het balkon, in de achtertuin tussen grind en puin of in een volkstuin - met een moestuinbak krijg je bijna altijd een rijke oogst! Maar welke groenten zijn geschikt voor aanplanting in een moestuinbak? Je ontdekt het allemaal in dit artikel!
Een moestuinbak op een zonnig plekje is ideaal voor het kweken van allerlei groenteplanten. Het maakt niet uit of het komkommers, tomaten, slaplantjes, aardappelen of kolen zijn - ze genieten allemaal van veel warmte en licht. Zorg daarom voor een zonnige locatie voordat je je moestuinbak begint op te vullen. Idealiter is de bak ook een beetje beschut tegen de wind of in het beste geval zelfs overdekt. Vele warmteminnende groenteplanten zijn niet erg blij met de zomerse regenbuien. Vooral tomatenplanten houden van een regenbeschut plekje.
Een groot voordeel van moestuinbakken is trouwens dat je je geen zorgen hoeft te maken over de bodemgesteldheid. Je vult zelf je moestuinbak op en hebt daarmee de regie over de creatie van de beste groeiomstandigheden voor je planten. In ons artikel "Moestuinbak opvullen" tonen we jou uit welke lagen de opvulling van een moestuinbak bestaat. Met de juiste basis kan je de moestuinbak zelfs op een betonnen ondergrond plaatsen en je in de zomer verheugen op een rijke oogst - zolang de standplaats zonnig is en beschut is tegen de wind.
In je moestuinbak kan je in principe alles aanplanten wat je maar wilt. Verhoogde moestuinbakken daarentegen zijn ideaal voor laagblijvende, compact groeiende of hangende planten zoals aardbeien, sla, wortelen, koolrabi, paprika en komkommer. Speciale struiken of hangende tomaten zijn ook uitstekende kandidaten. Verschillende kruiden en eetbare bloemen doen het ook heel goed in een moestuinbak. Denk maar aan basilicum, bernagie, Oost-Indische kers of goudsbloemen.
Pompoen, courgette of grote koolplanten zoals bloemkolen kunnen ook in een moestuinbak worden aangeplant. Hierbij moet je zeker rekening houden met de groeibreedte. Een pompoen kan gemakkelijk een vierkante meter vullen - ook al zag de plant er bij aankoop in mei vrij klein uit.
Naast de breedte speelt ook de hoogte van de planten een rol : stamtomaten kunnen gemakkelijk tot 2 meter hoog worden. In een verhoogde moestuinbak kies je beter voor struiktomaten of tomatensoorten met hangende groeiwijze. Los hiervan moet je er bij de aanplanting van de moestuinbak op letten dat de grotere planten niet te veel zonlicht van de kleinere wegnemen of in de weg staan tijdens de verzorging of de oogst van de groenten.
Voordat je je moestuinbak gaat beplanten, is het belangrijk om te bepalen welke planten je er zeker in wilt en hoeveel ruimte je daarvoor moet inplannen. De groeivorm is niet alleen afhankelijk van de plantensoort maar ook van de betreffende variëteit.
Als je moestuinbak vrij staat, dan is het logisch om de grootste planten in het midden te plaatsen omringd door de middelgrote groenteplanten. Aan de rand komen de laagstgroeiende planten en de hangplanten zoals aardbeien, Oost-Indische kers en komkommerplanten.
Als je moestuinbak daarentegen tegen een muur staat, moeten de hoogste planten achteraan worden aangeplant. Daarvoor komen de middelgrote groenteplanten en vooraan de planten die klein blijven of hangend groeien.
Naast de groeihoogte en -breedte van de planten moet je ook rekening houden met hun voedingsbehoefte. Terwijl pompoenen, artisjokken, aardappelen, meloenen en rode kool extreem hongerig zijn en veel voedingsstoffen nodig hebben, zijn de meeste groenteplanten zoals snijbiet, rabarber, koolrabi of aardpeer tevreden met wat minder voeding. Je moet dus een onderscheid maken tussen sterk terende en middelmatig terende gewassen. Zwak terende gewassen hebben heel weinig voeding nodig zoals bonen, veldsla, radijzen en heel wat mediterrane kruiden.
Het is het beste om je moestuinbak te beplanten met gewassen die een vergelijkbare voedingsbehoefte hebben. Dit betekent : planten met een hoge en gemiddelde voedingsbehoefte zoals tomaten, aardappelen of komkommers groeien het beste op een goed bemeste en humusrijke bodem. Veldsla, radijzen en bonen daarentegen gedijen goed op een voedselarme grond. Maar je kan ook mixen en matchen : een zwak terende groente kan ook op een goed bemeste bodem tussen sterk terende groenten worden geplant. Bij de bemesting sla je de zwak terende groentesoort gewoon over. Je moet de groenten wel voldoende ruimte geven zodat ze elkaar niet teveel in de weg zitten. De sterk terende gewassen zouden anders de zwak terende kunnen verdringen.
Sommige plagen zoals knolvoet of wortelaaltjes viseren specifieke plantenfamilies. Laat daarom na het kweken van kruisbloemige groenten zoals broccoli drie tot vier jaar verstrijken voordat je opnieuw kruisbloemige groenten plant.
De periode waarin je je moestuinbak kan beplanten, hangt van de keuze van de planten af. Tuinbonen, spinazie, wortelen of pastinaak kunnen al in maart worden gezaaid, afhankelijk van het weer. In april komen er koolplanten bij zoals bloemkool, broccoli, koolrabi of spruitjes - ook rode biet kan je dan aanplanten.
Als je echter klassieke vruchtgroenten zoals tomaten, komkommers, paprika's, meloenen, pompoenen, courgettes of aubergines in de moestuinbak wilt kweken, moet je wachten tot half mei. Pas dan is het laatste gevaar voor nachtvorst geweken en mogen vorstgevoelige planten worden aangeplant.
In tegenstelling tot spinazie, radijzen en wortelen worden vruchtgroenten daarom niet direct in de moestuinbak gezaaid omdat het anders erg lang zou duren voordat je kan oogsten. In plaats daarvan worden de planten - afhankelijk van de soort - tussen februari en april binnen op de vensterbank gekweekt totdat ze in mei naar buiten mogen verhuizen. Als je niet genoeg ruimte, tijd of licht hebt, kan je ook kleine "kant-en-klare" plantjes vinden in je tuincentrum of DHZ-zaak die je na aankoop direct in de moestuinbak kan verplanten.
Als je moestuinbak of delen ervan in augustus is/zijn geoogst, kan je de lege ruimtes beplanten met herfst- en wintergroenten zoals spruitjes of boerenkool. Als door het warme weer tot ver in september nog tomaten of komkommers geoogst kunnen worden, is nakweek met veldsla, winterpostelein of winterkers in oktober ook mogelijk. Een andere optie is om je moestuinbak in de herfst en winter te gebruiken als zogenaamde kuil. Bij het inkuilen worden wortel- en knolgewassen (zoals wortelen en aardappelen) begraven om langer te bewaren. Dit is enkel een goed idee wanneer de moestuinbak op een beschutte plaats staat zoals op het balkon of het terras.
Tuinliefhebbers die drie of vier moestuinbakken ter beschikking hebben, kunnen overwegen om deze te voorzien van "slechts" twee tot vijf groentesoorten per bak die elk jaar opschuiven. Bij deze wisselteelt wisselt de groente elk jaar van moestuinbak. Zo kan je in de ene moestuinbak sterk terende groentesoorten aanplanten zoals aardappelen, komkommers en paprika's. In de tweede moestuinbak komen middelgrote eters zoals wortelen, prei, koolrabi, erwten of andijvie. Tot slot komen de zwak terende groentesoorten zoals radijzen, spinazie en veldsla in de derde moestuinbak.
Als je over een vierde moestuinbak beschikt, dan komt het er bij wisselteelt op neer dat die wordt bedekt met een groenbemester van lupine en klaver om voedingsstoffen terug in de bodem te brengen. Het daaropvolgende jaar gaan alle planten dan een moestuinbak verder, zodat de sterk terende groenteplanten nu naar het vers bemeste groentebed gaan en de zwak terende naar het groentebed van de middelmatig terende gewassen. Als alternatief kan je het groentebed voor de aanplanting opvullen met een goede portie compost en een verse, voedselrijke potgrond voor groenten.
Een dergelijk uitgekiend groenteplan heeft echter alleen zin als je voldoende ruimte beschikbaar hebt. Vooral tuiniers met een balkon en een kleine tuin hebben vaak maar één moestuinbak ter beschikking. En in de meeste gevallen moet er in deze moestuinbakken voldoende ruimte zijn voor zoveel mogelijk verschillende groenten zodat je in de zomer niet alleen spinazie, wortelen en prei kan oogsten maar ook tomaten, komkommers en aardbeien. En dit is meestal zonder problemen mogelijk, zolang je voldoende afstand tussen de verschillende planten aanhoudt, je rekening houdt met de groeiwijze en je aandacht besteedt aan de behoeften van de verschillende groentesoorten. Plant grote planten dus zo dat ze niet te veel licht van de kleine plantjes wegnemen en combineer bij voorkeur planten met dezelfde voedingsbehoefte.
Vrijwel alle groentesoorten kunnen worden gekweekt in een moestuinbak van 1,5 meter breed, 1,8 meter lang en 40 cm hoog die beschut staat tegen een huismuur en overdekt is. Voor sterk terende planten raden we je aan om vóór de aanplanting veel compost en een speciale potgrond voor groenten te gebruiken die de planten voorziet van alle belangrijke voedingsstoffen die ze nodig hebben voor de groei.
Voor de zomer
Wat dacht je bijvoorbeeld van het planten van vier tot vijf grote stamtomaten (nachtschadefamilie)? Daarvoor kan je vier zomerbroccoli-plantjes (kruisbloemige planten) plaatsen en vooraan kunnen vier tot vijf minikomkommers worden geplant.
Voor de herfst
Als beplanting voor het herstseizoen - maar ook voor het zomerseizoen - kan je een combinatie maken van middelmatig tot zwak terende gewassen. Helemaal achteraan komen negen tot tien preiplanten die de meeste plaats innemen. Daarvoor kan je een rij van 8 tot 10 spinazieplantjes voorzien. Vervolgens volgen twee rijen met wortelen en een rij met veldsla. Vooraan maken radijsjes het geheel af.
Producten voor een succesvolle groentenoogst
Deze onderwerpen kunnen je ook interesseren