Kenmerken
Behoeften
Bloeiperiode
Eigenschappen
Correct planten
Zonnebloemen planten
De plant fleurt velden en tuinen op met haar felgele bloemen, trekt een groot aantal bijen aan en is ook nog eens nuttig : in Noord-Amerika winnen mensen al 3.000 tot 4.000 jaar olie uit de zaden van zonnebloemen. Op het Europese continent zijn nu ook grote zonnebloemvelden terug te vinden die worden gebruikt voor de olieproductie. Maar hoe is het zover gekomen?
De zonnebloem (Helianthus) behoort tot de madeliefjesfamilie (Asteraceae) en bevat 67 soorten. een groot deel ervan vindt zijn oorspring in de Rocky Mountains van de Verenigde Staten. De bekendste soort is de gewone zonnebloem (Helianthus annuus), die afkomstig is uit zuidelijke gebieden zoals Mexico en Peru. Na de ontdekking van Amerika duurde het slechts enkele decennia voordat Spaanse zeelieden de zonnebloem naar Europa brachten, waar de bloem voor het eerst populair werd als sierplant in de 16e eeuw en ruim 300 jaar later als olieplant. Tegenwoordig is zonnebloemolie, naast koolzaad- en olijfolie, een van de belangrijkste plantaardige oliën in onze contreien.
Er bestaan heel wat zonnebloemen die verschillen qua nectarproductie, bloeitijd, oliegehalte en graanopbrengst. Tot de gewone zonnebloem (Helianthus annuus), die jaarlijks wordt gekweekt, behoren bijzonder insectenvriendelijke variëteiten.
De variëteit "Tiffany" zal je weten te bekoren met haar oranjegele bloemen, een donkere kern en een groeihoogte tot 190 cm. Als je op zoek bent naar een zonnebloem met heel grote en opvallende gele bloemen, dan moet je gaan voor de variëteit "King Kong" die tot 5 meter hoog kan worden. Voor winderige locaties is de soort "Mezzulah" heel geschikt - deze zonnebloem wordt tot 120 cm hoog en ontwikkelt stralend gele bloemen met gitzwarte kern.
Meerkleurige zonnebloemen
Als je graag meerkleurige zonnenbloemen wilt zaaien of planten, dan is de "Cherry Rose", die bloemen produceert met een kleurverloop van fel geel naar bordeauxrood, de juiste keuze. Bovendien is deze variëteit pollenvrij! Andere stuifmeelvrije soorten die ideaal zijn als snijbloem in een vaas zijn de oranjegele "Sunrich Gold", de oranje "Inara Orange" en de "Pro Cut Bicolor" die de tuin opfleurt met tweekleurige bloemblaadjes in brond en goudgeel.
Je kan ook je balkon opfleuren met een zonnebloemplant in pot. Hiervoor zijn kleinere soorten, zoals de "Pacino", heel geschikt. Deze dwergzonnebloem wordt slechts 30 cm hoog en is ideaal voor teelt in kleinere potten. Ook zonnebloemen met gevulde bloemen vormen een echte blikvanger. De variëteit "Teddy Bear" draagt goudgele, dicht gevulde bloemen en wordt 40 cm hoog en is bijgevolg eveneens geschikt voor aanplanting in pot.
Stevige stengels en kleurrijke bloemen
Afhankelijk van de variëteit verschillen de zonnebloemen qua uiterlijk en groei. De bloemen variëren binnen een kleurenspectrum van felgeel tot bruinrood en kunnen enkel of dubbel zijn. Ze kunnen een diameter bereiken van maximaal 30 cm waarbij de bloeiwijze dicht gevuld is met zonnebloempitten. Zonnebloemen ontwikkelen over het algemeen lange, stevige stengels - heel wat zonnebloemplanten kunnen meerdere meters hoog worden.
Hun naam verraadt het al : zonnebloemen houden van warme, zonnige plekjes. De zonminnende plant zal haar bloemen openen in de richting van de zon. Om zeker te zijn dat de plant zich comfortabel voelt, raden we je aan om een plekje uit te kiezen dat is beschut tegen de wind. Bij wind is een standplaats naast een omheining of aan een huismuur ideaal om de lange stengels te ondersteunen.
Zonnebloemen vormen diepe penwortels. Daarom worden ze bij voorkeur aangeplant in een voedings- en humusrijke, leemachtige grond. Deze voedingsstoffen zijn heel belangrijk om krachtig te kunnen groeien.
De ideale periode om deze zomerbloemen te zaaien is midden mei, na de IJsheiligen. In regio's met een mild klimaat kan je reeds vanaf eind april beginnen zaaien.
De zonnebloemzaden kan je direct in het bloembed uitzaaien. Afhankelijk van de soort moet je rekening houden met een afstand van 10 tot 40 cm tussen de zaden. Bedek de zaden met een laagje aarde van ongeveer 2 tot 4 cm dikte en houd de bodem de volgende weken constant vochtig.
Kleine, compact groeiende zonnebloemen kan je in een pot zaaien. Daarvoor heb je niet veel potgrond nodig. Net zoals in het bloembed moeten de zaden 2 tot 4 cm diep worden gezaaid. We raden je aan om slechts één zaadje per bloempot te zaaien. Zo krijgt de plant voldoende ruimte om te groeien. Om wateroverlast in de pot te voorkomen, kan je de bodem van de pot bedekken met een laagje drainagemateriaal vb. hydrokorrels. Zo is je plant beschermd tegen wortelrot.
Als je wat vroeger op het jaar wilt genieten van de prachtige bloemen, kan je ze vanaf einde maart voorzaaien. Gebruik hiervoor een pot gevuld met een voedingsarme potgrond. Zo ben je zeker van een goede ontkieming en een gezonde groei. Maak een gaatje van 2 tot 4 cm diep. Plaats daarin het zaadje en bedek het met potgrond. Geef vervolgens goed water. Plaats de pot op een warme, lichtrijke vensterbank.
Na 7 tot 10 dagen beginnen de zaden te ontkiemen. Haal de zwakkere zaailingen uit de grond, zodat de sterkste plantjes voldoende ruimte hebben om te ontkiemen. Vanaf half mei kan je je voorgezaaide zonnebloemen buiten uitplanten.
Voorgezaaide zonnebloemen of jonge plantjes uit het tuincentrum kunnen vanaf midden mei buiten worden uitgeplant. Afhankelijk van de soort moet je rekening houden met een plantafstand van 20 tot 40 cm. Graaf een gat dat dubbel zo groot is dan de wortelkluit en plaats de zonnebloemplant in de grond. Voeg eveneens een portie meststof met langdurige werking toe in het plantgat. De voedingsstoffen zullen je plant helpen bij de ontwikkeling van prachtige bloemen en lange, stevige stengels.
Correct verzorgen
Zonnebloemen verzorgen
Zonnebloemen hebben veel water nodig voor een gezonde en sterke groei. Hoe groter de zonnebloem, hoe meer water je moet geven. Zeker in potten droogt de potgrond sneller uit. Zonnebloemen in potten moet je daarom ook regelmatiger begieten, vooral tijdens periodes van hitte. Toch raden we je aan om steeds de vochtigheid van de grond te controleren alvorens je gaat water geven.
De zonnebloemen in je bloemperk kijken uit naar een rijke gietbeurt die ervoor zorgt dat alle wortels voldoende water krijgen. Hoe vaak je moet begieten hangt van de weersomstandigheden af. Na een regenbui hoef je geen water te geven. In periodes van hitte zal je vaker moeten begieten.
Als je bij de aanplanting een portie meststof met lange werking in het plantgat hebt gestrooid, ben je zeker van een goede start. Regelmatig bijbemesten zal je planten extra ondersteunen. Gebruik hiervoor een kwalitatieve meststof zoals COMPO Blauwe Korrels. Zo ben je zeker van een krachtige groei en prachtige bloemen.
Zonnebloemen zien er niet alleen heel leuk uit in de tuin of in een pot - ze vormen ook een mooie blikvanger in vazen en boeketten. Stuifmeelvrije soorten zoals de "Sunrich Gold" zijn heel geschikt als snijbloem in een vaas.
Als je je zonnebloemen wilt snoeien, moet je een scherp mes gebruiken. Het gebruik van een schaar raden we af omdat dit de zonnebloemstengels zou kunnen platdrukken. Snij de stengels schuin af, zodat er een groot snijoppervlak ontstaat en plaats je zonnebloemen in een grote vaas met water. Om je zonnebloemen langer vers te houden, kan je de overtollige bladeren verwijderen en de bloemstengels elke twee tot drie dagen een klein stukje afknippen.
Ongeveer 150 dagen na het uitzaaien zijn de pitten van de zonnebloem rijp. Tussen eind augustus en begin oktober is de zonnebloem uitgebloeid en verschijnen er pitten die later zwart kleuren en uitdrogen - nu kan je oogsten!
Snijd de bloem van de plant. Om gemakkelijk te werk te gaan, kan je ongeveer 30 cm van de stengel aan de bloem laten. De rijpe pitten zijn - afhankelijk van de variëteit - zwart of zwartwit gestreept en zitten losjes aan het bloemhoofd. Vervolgens volstaat het om de bloem boven een emmer of een doek uit te schudden. De meeste pitten zullen daarbij loskomen. De resterende pitten kan je met je hand loswrijven. Tot slot kan je de beschadigde of witte pitten weggooien.
Om vuil en insecten te verwijderen, worden de geoogste pitten gespoeld met koud water en vervolgens op keukenhanddoek gelegd om gedurende enkele uurtjes op te drogen. Zonnebloempitten bewaar je bij voorkeur in een luchtdichte pot - in de koelkast blijven ze een paar weken eetbaar. De gepelde zonnebloempitten kan je vervolgens toevoegen aan salades, gebak of muesli, roosteren in de pan zonder olie of bewaren als klein tussendoortje.
Meerdere schimmelziekten kunnen je zonnebloemen aantasten zoals echte meeldauw (Plasmopara halstedii), valse meeldauw (Golovinomyces cichoracearum) en de bladvlekkenziekte (Septoria helianthi). Klik hierboven op de desgewenste ziekte om de symptomen en bestrijdingsmogelijkheden te ontdekken.
Als je zonnebloem is aangetast door sclerotiënrot (Sclerotinia sclerotiorum), verschijnen er bruine tot zwarte verkleuringen en worden de stengels, bladeren en bloemen vezelig en broos. In de lichtgekleurde stengels zijn zwarte schimmelsclerotia terug te vinden - dit zijn kleine, harde structuren die in de grond kunnen overwinteren en de schimmel kunnen verspreiden. Om deze ziekte te voorkomen, kan je de zonnebloemen elk jaar op een andere plek aanplanten.
Als je spikkels op de bladeren van je zonnebloem ontdekt, dan kan er sprake zijn van een bladluisplaag. Een biologische insectenbestrijder biedt hierbij de oplossing. Meer informatie over bladluizen vind je in ons artikel "Bladluizen bestrijden : 4 tips tegen bladluizen".
Producten voor een perfecte verzorging van jouw zonnebloemen
Inspiratie voor jouw tuin