- COMPO
- Advies
- Planten van A tot Z
- Tuinplanten
- Siergrassen
Kenmerken
Siergrassen
Behoeften
Bloeiperiode
Eigenschappen
Correct planten
Siergrassen planten
Standplaats
Siergrassen behoren tot de familie van vaste planten. Karakteristiek aan siergrassen zijn de halmen, de lange smalle bladeren en de dicht opeen groeiende bloeiwijzen, bijvoorbeeld in de vorm van aren. De bloemen zijn meestal onopvallend. Vanwege hun gevarieerde vormen en kleuren worden siergrassen vaak als potplanten op balkons en terrassen gezet. De meeste siergrassen voelen zich het beste thuis op een zonnige plek.
Siergrassen zijn ook geschikt voor tuinbeplanting. Je kan ze gebruiken als bodembedekker of laten uitgroeien tot gigantische grassen. Siergrassen stellen weinig eisen en hebben een groot aanpassingsvermogen. Toch gedijt iedere plant het beste op de plaats die optimaal bij haar past.
Aanplanting
De grond moet los zijn, met diepe lagen. De meeste siergrassen verdragen zure tot licht alkalische bodems het beste. Wanneer je siergrassen in de tuin plant, is een speciale plantenaarde het meest geschikt. Siergrassen komen het best tot hun recht tussen varens, hartlelies (Hosta) en Liriope (een groenblijvende plant met trosvormige bloesems). Wil je grassen in kuipen planten, dan is potgrond speciaal voor groene planten en palmen het meest geschikt.
Correct verzorgen
Siergrassen verzorgen
Water geven
Net als planten die bloemen vormen, hebben ook grassen regelmatig water nodig. Geef water met mate, maar laat de plant niet uitdrogen. Controleer voordat u water geeft of de aarde nog vochtig is. Waterverzadiging moet je onder alle omstandigheden vermijden.
Bemesting:
Voor een gezonde ontwikkeling hebben siergrassen voedingsstoffen nodig die zijn aangepast aan de soort. Voor dit doel is een langzaam werkende meststof geschikt. Eén bemestingsbeurt geeft de grassen gedurende meerdere maanden voldoende voedingsstoffen in een uitgebalanceerde verhouding.
Snoeien
Het terugsnoeien van siergrassen doe je in het voorjaar. Vele grassoorten kan je echter ook tijdens de groeifase snoeien. Zaaddragende soorten moet je vóór het rijpen van het zaad terugsnoeien, omdat ze zich anders verder verspreiden. Na het snoeien verrassen de meeste soorten met een nieuwe, frisgroene kleur.
Onze tip
Hakonechloa macra, een siergras uit Japan, komt voor in lichte bossen en bij vochtige bosranden. De bladeren zijn frisgroen en hebben gele strepen. De plant heeft overhangend blad en is opvallend en zeer decoratief.
Deze onderwerpen kunnen je ook interesseren
COMPO. Mooie planten zonder moeite.
Heb je twee linkerhanden of heb je groene vingers? Samen zorgen we voor een groenere levenskwaliteit !
