Knopsterfte

Bij knopsterfte zijn die bloemknoppen van de rododendron zo beschadigd dat ze geen bloemen kunnen vormen. De knoppen zijn aangetast door de schimmel Pycnostysanus azaleae, die de knopsterfte veroorzaakt. Ze zijn droog en bruin, openen zich niet, maar vallen ook niet af. De schimmelsporen worden meestal bij de ei-afleg van de rododendroncicade overgebracht. Overdracht via de lucht en regen, althans over korte afstanden, kan echter ook niet worden uitgesloten. De schimmel breidt zich uit in de knoppen en vormt aan het eind van zijn ontwikkeling sporendragers met nieuwe sporen, die herkenbaar zijn als zwarte haartjes op de buitenkant. Bladeren en takken zijn in de regel niet aangetast.

Knopsterfte kan niet rechtstreeks worden bestreden. Aangetaste knoppen moeten onmiddellijk worden verwijderd en vernietigd. Na het zichtbaar worden van de geelachtige larven van de rododendroncicade in mei kan de ontwikkeling van de cicaden worden afgezwakt met een spuitbehandeling, zodat de overdracht wordt beperkt. De ochtenduren zijn daarvoor het meest geschikt. De cicaden zijn nog verstard door de kou en worden dan optimaal getroffen door het middel. Een tweede behandeling moet in de nazomer plaatsvinden. Op die manier verhinder je dat de volwassen vrouwtjes hun eitjes leggen.