Kenmerken
Behoeften
Oogstperiode
Eigenschappen
Correct planten
Frambozen planten
Frambozen, vooral herfstframbozen, zijn mede populair vanwege de gemakkelijke verzorging. De bodem moet doorlatend, luchtig en humusrijk zijn en tevens voldoende vocht bevatten. Qua klimaat is een tegen de wind beschutte, zonnige tot halfschaduwrijke standplaats optimaal.
Je herfstframbozen kan je het beste in de vroege herfst planten. Wanneer een frambozenstruik op de juiste wijze is geplant, krijgt hij snel nieuwe scheuten en kan je het volgende jaar al van de eerste frambozen genieten.
Als eerste stap is het eventueel nodig om de bodem losser te maken. Nadat je een geschikte standplaats hebt gekozen, bedek je de wortels met een ondiepe laag aarde. Om ervoor te zorgen dat de plantjes voldoende ruimte hebben om zich te ontwikkelen, kan je het beste een plantafstand van 40 - 50 cm aanhouden. Wil je de frambozen in meerdere rijen planten? Dan is een rijafstand van 1,2 m optimaal. Voor het stabiliseren van lange scheuten kan je een raster of klimrooster gebruiken.
Omdat frambozen vlak wortelen, moet je een wortelbegrenzer in de tuin aanbrengen. Anders ontspruit de plant in allerlei ongewenste hoeken.
Correct verzorgen
Frambozen verzorgen
Voor de ondiep wortelende plant is een bestendige bodemvochtigheid onontbeerlijk. Onmiddellijk na het planten en tijdens de vruchtvorming is de behoefte aan water bijzonder groot. Vanwege het gevaar van waterverzadiging, waardoor ziekten zoals wortelrot ontstaan, moet je de aanpassing aan die grotere behoefte voorzichtig doen.
Frambozen zijn wat betreft het aanbod aan voedingsstoffen relatief ongevoelig, maar stellen niettemin bepaalde eisen: je komt daaraan het beste tegemoet met compost of met een chloor- en zoutvrije meststof voor kleinfruit. De meeste meststoffen voor kleinfruit zijn arm aan stikstof en rijk aan kalium en fosfor. Het mineraal kalium bevordert de weerstand en de groei en fosfor bevordert de vruchtvorming.
Bij nieuwe aanplantingen moet je letten op voldoende toevoer van voedingsstoffen. Daarvoor maak je eerst de grond los en werk je vervolgens de meststof de aarde in. Bij bestaande frambozenbeplantingen kan de eerste bemesting het beste in het voorjaar plaatsvinden, om de vruchtvorming optimaal te ondersteunen. De tweede keer kan je kort na de oogst in de herfst bemesten, om de plant na de vruchtvorming weer van de ontbrekende voedingsstoffen te voorzien. De tweede bemesting is vooral zinvol bij voedselarme bodems.
Het terugsnoeien van herfstframbozen vindt plaats in de herfst, na de oogst. Je hebt hiervoor geen speciale vakkennis nodig; snoei de takken kort, tot aan de grond, terug. Zo komt de framboos beter de winter door en wordt het risico op ziekte gereduceerd.
Meer informatie over groente- en fruitteelt
Bijpassende producten voor je frambozen