Bladwespen

De bladeren van de waardplant worden door bladwespen, ook zaagwespen genoemd, ernstig beschadigd. Vooral in juni en augustus zijn op de bovenkant van de bladeren 6 tot 10 mm grote geelgroene, knotsvormige larven te zien. Zodra deze zich bedreigd voelen, rollen ze zich op in een 'S'. Ze komen vaak in grote aantallen voor en schaven het blad regelrecht af. De onderhuid van het blad blijft behouden, maar het bladweefsel daarboven is aangevreten. De gaten die hierdoor in het blad ontstaan worden ook venstervraat genoemd. Door het verlies aan assimilatieoppervlakte wordt de plant steeds zwakker. Ook oogt het niet mooi. Bij sterke aantasting is volledige kaalvraat van de plant mogelijk. De larven van de kleinste rozebladwesp (Blennocampa phyllocolpa) overwinteren in de bodem. In mei komen de gewone rozebladwespen (Endelomyia aethiops), een kleine zwarte bladwesp, voor. Zij leggen hun eitjes op het oppervlak van het blad. Daaruit komen slechts weinig later de vraatzuchtige rupsen. In juli en augustus trekken de larven de grond in om te overwinteren.

Bij zwakke aantasting volstaat het om de larven met de hand te verwijderen. Bij sterke aantasting moet u gewasbeschermingsmaatregelen nemen. Bespuit hiervoor de aangetaste plant gelijkmatig, totdat deze zichtbaar nat is. Hiervoor heeft COMPO geen product in het assortiment.