Winterakoniet

Winterakonieten stellen weinig eisen aan hun standplaats. Ze groeien op elke halfdoorlaatende tuingrond. Ze houden echter niet van teveel water en van een droge grond. Daarom is een plaatsje onder een loofboom of laat groeiende boom ideaal. Tijdens de zomer beschermen de bladeren van de plant de bodem tegen wind en uitdroging. In de winter valt er voldoende licht door de kale takken : winterakonieten hebben een zonnige tot halfzonnige plaats nodig voor de ontwikkeling van hun felgele bloemen. Vermijd echter plaatsen onder naaldbomen met heel zure grond.

Het ideale moment om winterakonieten aan te planten kan je zelf kiezen : je kan de knollen tussen september en november in de tuin aanplanten, voor de eerste nachtvorst. Anderzijds kan je een exemplaar in pot aankopen dat je de eerste winter als decoratieplant in een pot laat doorbrengen. De potplant kan je na de bloeiperiode in april met stengels en bladeren in de tuin aanplanten.

We raden je aan om de winterakoniet zo snel mogelijk in de vollegrond aan te planten omdat de knollen van deze winterbloeier snel kunnen uitdrogen. Bij de aankoop van de plant kies je dus best voor een exemplaar met verse, vochtige wortelstokken. Je kan de planten ook een duwtje in de rug geven door de knollen net voor het uitplanten enkele uren in lauw water te leggen. Zo slaan ze water op en zullen ze beter groeien.

Maak de grond rond de plaats van aanplanting eerst goed los met een spade. Om de groei van de winterakonieten te stimuleren, kan wat compost in de grond ingewerkt worden. De planten komen het meest tot hun recht wanneer ze in groep worden aangeplant. Houd daarbij rekening met een plantafstand van 5 cm en een diepte van 4 tot 7 centimer.

De winterakoniet doet eigenlijk alles goed : tijdens de uitputtende bloeiperiode van februari tot april valt in principe genoeg regen zodat de plant geen extra water nodig heeft. Als de plant tijdens de bloeiperiode echter te kampen krijgt met een wekenlange periode van droge vorst, kan het krap worden voor de kleine knollen. Dan moet je vertrouwen op je instinct. Wacht af tot enkele vorstvrije dagen worden aangekondigd en geef je planten goed water. Tijdens de zomermaanden is de winterakoniet meestal tevreden met het gietwater dat hij krijgt van zijn buurplanten.

De winterakoniet staat zelf in voor zijn voortplanting. Jij hebt enkel één ding nodig : geduld. Na de aanplanting kan het tot drie jaar duren tot alle knollen beginnen te bloeien en nog eens twee jaar voordat ze zich beginnen vermenigvuldigen. Je moet ongeveer 10 jaar rekenen tot een volledig bloementapijt is gevormd. Gedurende deze periode laat je het gebied rond de knollen best met rust : schoffelen en onkruid wieden zijn - net als het plukken van de verwelkte bloemen - niet bevorderlijk voor de groei van de winterakoniet.

Ook bij aanplanting in het gazon moet je er rekening mee houden, dat de winterakoniet na de bloei enkele weken nodig heeft om de voedingsstoffen uit de bloemen en de stengels volledig terug tot in de knollen te trekken. Dit is belangrijk zodat de kleine plant in het komende voorjaar weer voldoende kracht heeft om in de vrieskou voor zijn bloemen te zorgen. We raden je daarom aan om je gazon met winterakonieten pas voor de eerste maal begin mei te maaien, wanneer de bloemen verwelkt zijn en de stengels en bladeren geleidelijk aan geel kleuren.