Kenmerken
Eigenschappen
Periode van aantasting
Omschrijving
Schildluizen
Ze zijn bewegingloos, zien eruit als kleine kiezelsteentjes, zitten op de groene stengels en smullen van het lekkere plantensap. Op het eerste zicht zou je kunnen denken dat de planten aan een of andere vorm van acné of pokken lijden. In feite zijn het kleine schildluizen die zich verdringen en zich met hun zuigorgaan aan de plant vasthechten.
De familie van de schildluizen (Coccoidea) is heel omvangrijk : er bestaan wel 4.000 verschillende soorten bekende en wijdverspreide soorten waarvan 185 in Midden-Europa actief zijn. Als je op je plant insecten van enkele millimeters groot met kleine schildjes opmerkt, dan moet je zo snel mogelijk in actie schieten. Schildluizen voeden zich namelijk met het plantensap en beschadigen daardoor de plant.
De citruswolluis is een van de meest voorkomende luizen uit de familie. Dit insect komt in onze contreien vooral voor op citrusplanten en kamerplanten. In de tuin is vooral de moerbeischildluis terug te vinden. Of het nu gaat om rozen, bessenstruiken, fruitbomen of sierplanten - deze hongerige schildluis is niet kieskeurig. Het insect neemt wat ze kan krijgen, vaak ten koste van de planten. Sommige luizen worden echter ook voor wetenschappelijke doeleinden gebruikt. Zo zijn sparredopluizen heel belangrijk voor de productie van boshoning. Uit de lakschildluis, die vooral in het oosten terug te vinden is, wordt schellak en lac-extract (natuurlijke kleurstof) geproduceerd. En als je op de verpakking van je lippenstift, snoep of andere zoetigheden de vermelding "E120" of "echte karmijn" ziet staan, dan is de kans groot dat hier vrouwelijke cochenilleluizen zijn in verwerkt.
Afhankelijk van de soort kunnen schildluizen 0,5 tot 3,5 centimeter groot worden. Er zijn enkele verschillen tussen mannelijke en vrouwelijke schildluizen. Terwijl de mannelijke schildluizen visueel doen denken aan een insect en meestal kunnen vliegen, zijn de vrouwelijke schildluizen meestal te herkennen aan hun bijna pootloze, ovale lichamen die zijn omgeven door een soort schild. Dit schild heeft meestal een bruine of grijze kleur en bestaat vaak uit was of hars.
Na de bevruchting leggen de vrouwtjes hun eitjes onder het schild, waaruit de nieuwe generatie zich zal ontwikkelen. Bovendien zijn de meeste vrouwelijke schildluizen extreem honkvast : nadat ze uit hun eitjes zijn gekomen, kiezen ze een plek om hun zuigorgaan in te stoppen en blijven daar voor de rest van hun korte leven. Wolluizen daarentegen blijven hun hele leven vrij mobiel en worden ook gekenmerkt door een kleine hoeveelheid pluis.
Meestal wordt een aantasting door schildluizen pas opgemerkt als er kleine, lichtje vlekjes op de bladeren verschijnen, de plant meer bezoek krijgt van mieren of de bladeren bedekt zijn met een glanzend, licht plakkerig laagje. De bladeren kunnen ook geel kleuren of verwelken en de bloemen kunnen er misvormd uitzien. Als de schildluizen niet tijdig worden bestreden, kan de plant groeistoornissen vertonen en zelfs afsterven.
De lichte vlekjes op de bladeren worden veroorzaakt doordat de schildluizen de plantensappen uit de bladeren zuigen. Overal waar een schildluis neestrijkt, doorboort ze de plant met haar zuigorgaan en haalt ze vitale voedingsstoffen en eiwitten uit de plant. Hierdoor verschijnen de plekjes op de bladeren. Tegelijkertijd scheiden veel soorten luizen het plantensap uit in de vorm van honingdauw. Dit is vaak behoorlijk plakkerig. Daarom gooit de schildluis het weg om zichzelf niet vast te kleven. Zo kunnen - naast de plantendelen - ook de vensters en raamkozijnen vervuild worden met de kleverige honingdauw. De afscheidingen vormen op hun beurt de ideale voedingsbodem voor roetdauw, een ziekte die de plant verder doet verzwakken. Ook de aanwezigheid van mieren zal je aanzetten om je plant goed te controleren. Honingdauw is namelijk niet alleen interessant voor de roetdauwschimmel, maar lokt eveneens mieren.
Tip : schildluizen zijn niet de enige insecten die honingdauw afscheiden en daardoor mieren lokken. Ook bladluizen kunnen een mogelijke boosdoener zijn.
Bestrijding
Schildluizen bestrijden
De kleine herrieschoppers kunnen het hele jaar door verschijnen. De ergste aantastingen komen echter in de winter en de lente voor. De droge, warme lucht in de ruimte biedt schildluizen tijdens deze maanden de ideale omgeving. Vooral kamerplanten zoals ficus, dikvlezige vetplanten, yuccapalmen of hardbladige orchideeënsoorten worden aangetast. Over het algemeen geven schildluizen de voorkeur aan plantensoorten met een iets steviger blad. Ook potplanten die binnenshuis overwinteren (vb. citrusplanten of oleanders) lopen dus gevaar. Ze worden vaak extra verzwakt door het gebrek aan zonlicht in de winter, wat het de schadelijke insecten gemakkelijk maakt. Ook in de tuin zoeken schildluizen naar hun waardplanten zoals dennen, buxus, taxus, sleedoorn, rozen, bessenstruiken, fruitbomen of andere sierplanten.
Eenmaal je plant is aangetast door schildluizen, moet ze gescheiden worden van de andere planten om te vermijden dat ook deze worden besmet. Schildluizen zijn niet zo gemakkelijk te bestrijden aangezien de vrouwelijke luizen vaak behoorlijk aan de plant gehecht zijn. Zo zou het afspuiten van bladluizen voldoende zijn om de insecten te verwijderen, maar de waterstraal is niet krachtig genoeg om schildluizen te verwijderen. Een borstel of vochtige doek, waarmee je het ongedierte van de aangetaste delen van de plant veegt of borstelt, is efficiënter. In het geval van een uitgebreide insectenplaag zal je met deze methode echter niet veel bereiken.
Met natuurlijke bestrijdingsmiddelen, vb. op basis van koolzaadolie, kan je een sterke schildluizenaantasting bestrijden. Dergelijke producten zijn in geconcentreerde vorm (vóór gebruik te verdunnen met water) en in gebruiksklare vorm beschikbaar. Bij de behandeling van de planten moet je alle zijden bespuiten. Koolzaadolie bedekt de bladeren met een soort film, waardoor de insecten niet meer kunnen ademen en uiteindelijk stikken.
Vrouwelijke schildluizen en hun eitjes worden echter vrij goed beschermd door hun schild. Op deze manier kunnen de jonge diertjes onder het schild overleven en zich weer vestigen en vermenigvuldigen op de plant. Net daarom is het zinvol om de behandeling te herhalen.
Om ervoor te zorgen dat je geen schildluizen hoeft te bestrijden, kan je enkele preventieve maatregelen nemen :
In principe kan je stellen dat gezonde, vitale en sterke planten (= planten die onder optimale omstandigheden groeien) immuun zijn voor voor een besmetting met schildluizen. Verzwakte planten of planten onder stress bieden schildluizen daarentegen een prachtig doelwit waarop ze zich snel kunnen vermenigvuldigen. Veel licht, een uitgebalanceerde bemesting en regelmatige controles zijn daarom belangrijke maatregelen om een grote plaag te voorkomen. Als je nog steeds schildluizen op je planten ontdekt, moet je de plant onmiddellijk van de andere planten scheiden en zo snel mogelijk behandelen.
Een andere tip die je kan helpen om je groene planten te beschermen tegen schildluizen, spintmijten, bladluizen of andere insecten is : bevorder de aanwezigheid van nuttige insecten zoals sluipwespen, lieveheersbeestjes en oorwormen. Creëer een paar wilde plekjes in de tuin, laat hier en daar wat wilde kruiden staan en verheug je op nuttige insecten die je zullen helpen bij het bestrijden van verschillende soorten ongedierte.
Ontdek hier andere plagen die je planten kunnen aantasten