COMPO Bio Fungi-Plus Spray

Gebruiksklare ziektebestrijder met actieve ingrediënten van natuurlijke oorsprong
Heel doeltreffend tegen schurft en witziekte (echte meeldauw)
Preventieve werking
Remt de ontwikkeling van de schimmelziekte

Product

COMPO Bio Fungi-Plus Spray

Productbeschrijving

COMPO Fungi-Plus Spray is een gebruiksklare ziektebestrijder met preventieve werking en tot zekere hoogte ook curatieve werking tegen ziekten als echte meeldauw/witziekte en schurft. De werkzame stof van minerale oorsprong, kaliumbicarbonaat, werkt preventief op sporen bij contact en heeft een remmende werking op de ontwikkeling van de schimmel.

Toepassing

Aanbevelingen voor toepassingen

Het middel is uitsluitend toegelaten als schimmelbestrijdingsmiddel voor het niet-professionele gebruik door middel van een gewasbehandeling in de volgende toepassingsgebieden onder de hierna vermelde toepassingsvoorwaarden. Schudden voor gebruik.

Toepassingsgebied

Binnenshuis

Tuin

Balkon/Terras

Serre

Toepassingsperiode

Instructies

Toepassingsgebied	Werkzaamheid getoetst op	Dosering middel per toepassing	Maximaal aantal toepassingen per jaar
Sierbeplanting (planten in de volle grond) ; kuipplanten (buiten)	Echte meeldauw	60 ml/m²	8
Rozen, sierheesters	Echte meeldauw	100 ml/m²	5
Aardbeien	Echte meeldauw	60 ml/m²	8
Bessen, braam- en framboosachtigen	Echte meeldauw	80 ml/m²	5
Appel (buiten)	Schurft	100 ml/m²	5
Wijndruif (buiten)	Echte meeldauw	100 ml/m²	5
Peulgroenten, sluitkool, spruitkool, bloemkool, broccoli, stengelkool, wortel- en knolgewassen	Echte meeldauw	60 ml/m²	8
Augurk, courgette, komkommer, aubergine, tomaat, paprika, vruchtgroenten van cucurbitaceae met niet-eetbare schil	Echte meeldauw	60 ml/m²	8

Werkzaamheid is vastgesteld voor de genoemde dosering per toepassing en niet voor verlaagde doseringen.

Overige toepassingsvoorwaarden :

Let op: Voorkom dat nuttige insecten (bv. bijen of lieveheersbeestjes) geraakt worden door de spuitvloeistof.
Let op: Bij toepassing van het middel kunnen gewasreacties optreden. Zorg ervoor dat te oogsten delen niet bespoten worden.
In bessen en braam- en framboosachtigen toepassen vanaf het moment dat de meeste bloemen verwelkt zijn.