Zonder voedingsstoffen is er geen leven en dat geldt voor zowel mens, dier als plant. Wij mensen hebben vitamines, sporenelementen, koolhydraten, eiwitten en nog veel meer nodig om fit en gezond te blijven. Maar ook planten voelen zich pas goed als ze voldoende voedingsstoffen binnen krijgen. Regelmatig bemesten is daarom een basisvoorwaarde voor een goede groei. De ingrediënten in meststoffen bevorderen de groei van planten en versterken de weerstand tegen ongedierte en ziekten. Waarom, wanneer en hoeveel je moet bemesten, ontdek je hier.
Planten onttrekken tijdens de lente en de zomer belangrijke voedingsstoffen aan de bodem. Deze voedingsstoffen zijn nodig voor de vorming van bloemen en bladeren. Pas als een plant in de herfst haar bladeren laat vallen of zelf volledig afsterft, komen deze voedingsstoffen weer beschikbaar voor de stoffenkringloop. Op het moment dat je oogst, maait of afgestorven plantmateriaal verwijdert, ontneem je voedingsstoffen aan de stoffenkringloop en wordt de bodem armer. De gevolgen van een sterk verarmde bodem voor een plant zijn vergeelde bladeren, bladnerven die er groen uit springen en een langzame groei. Daarvan blijven je planten gespaard als je ze regelmatig bemest. Want alleen dan kunnen ze zich op een gezonde manier ontwikkelen en resistentie tegen ziekten opbouwen.
Als je wilt genieten van een weelderige bloemenpracht en een rijke oogst, moet je er bovendien op letten dat de bemesting evenwichtig is. Net als bij onze eigen voeding, moeten voor de optimale ontwikkeling van een plant alle voedingsstoffen in voldoende mate aanwezig zijn. De ene voedingsstof kan niet zomaar worden vervangen door de andere. Als je je planten goed observeert, kan je vaak snel zien of en aan welke voedingsstoffen het hen ontbreekt. Zo zijn bijvoorbeeld een slechte groei of vergeelde bladeren tekenen van stikstofgebrek. Weinig bloemen en kleine bladeren zijn het gevolg van gebrek aan fosfor. Als de plant een zieke of verwelkte indruk maakt, wijst dat op een kaliumtekort.
De belangrijkste voedingsstoffen en functies
Primaire voedingsstof | Functie |
---|---|
Stikstof | Is verantwoordelijk voor de groei van planten. |
Fosfor | Ondersteunt de vorming van bloemen en vruchten en bevordert de doorworteling van planten. |
Kalium | Verhoogt de weerstand van planten en verbetert de smaak van groenten en fruit. |
Magnesium | Is belangrijk voor de vorming van bladgroen en beïnvloedt de waterhuishouding van planten. |
Calcium | Bevordert de stevigheid van weefsel en verhoogt de stressbestendigheid van planten. |
Er wordt onderscheid gemaakt tussen puur organische meststoffen (die zijn gemaakt van natuurlijke stoffen), minerale meststoffen (die industrieel worden vervaardigd) en organisch-minerale meststoffen.
Organische meststoffen
Een organische meststof bestaat uit plantaardige en/of dierlijke ingrediënten (bv. druivenpitmeel, cacaoschillen, hoornschilfers of zeevogelguano). De omzetting van organische stoffen in voedingsstoffen die kunnen worden opgenomen door planten is een langzaam en natuurlijk proces, dat mineralisatie heet. Eerst moeten de natuurlijke grondstoffen worden afgebroken door micro-organismen in de bodem. Daarbij komen de voedingsstoffen langzaam vrij, over een langere periode. Het bodemleven wordt hierbij geactiveerd en de vorming van humus bevorderd.
Organisch-minerale meststoffen
Bij de afbraak van organische materialen door micro-organismen in de bodem, wordt voornamelijk stikstof geproduceerd. Om planten van alle andere belangrijke voedingsstoffen te voorzien, worden organische meststoffen verrijkt met minerale bestanddelen. Op die manier ontstaat een organisch-minerale meststof. Veel organisch-minerale meststoffen bestaan voor 100% uit natuurlijke grondstoffen.
Minerale meststoffen
Minerale meststoffen bevatten de voedingsstoffen die belangrijk zijn voor planten in de vorm van mineralen en zouten. Deze lossen op in het bodemvocht, zodat de plant de voedingsstoffen meteen kan opnemen. Als snelle energieleveranciers met een prestatieverhogende werking, worden ze met name gebruikt voor veeleisende planten en langbloeiers. Daarnaast worden ze ook toegediend bij deficiëntieverschijnselen.
Behalve de snelwerkende minerale meststoffen zijn er ook langzaam werkende minerale meststoffen. Deze geven hun voedingsstoffen continu af, gedurende een langere periode (meestal 3 tot 6 maanden) en in harmonie met de natuurlijke groeifactoren 'temperatuur', 'licht' en 'water'. De planten worden op die manier een heel tuinseizoen lang in voldoende mate van alle benodigde voedingsstoffen voorzien.
De belangrijkste regel voor het geven van voedingsstoffen is om alleen tijdens de groeifase te bemesten! Met name vaste planten, groenten en fruit ontwikkelen anders steeds nieuwe scheuten, waardoor ze bijzonder gevoelig worden voor vorst. Bemest daarom bij voorkeur slechts tot half augustus. Daarna geef je alleen nog struiken en vaste planten kaliumrijke herfstmeststoffen. Wanneer het een echt warme zomer is, moet je vóór het bemesten grondig water geven. Het beste tijdstip van de dag om te bemesten is 's morgens vroeg, maar ook 's avonds is goed.
Vloeibare meststoffen dringen onmiddellijk de bodem in en werken daarom zeer snel. Daarbij verdragen planten kleine, frequente mestgiften beter dan te grote giften in één keer. Langzaam werkende meststoffen maken het gemakkelijk voor de tuinier, omdat ze 3 tot 6 maanden werkzaam zijn.
Omdat iedere plant anders is, raden we je aan altijd een meststof te gebruiken die op de specifieke behoeften van de plant afgestemd is. Te weinig meststof leidt tot een verminderde groei en een minder rijke oogst. Een teveel aan voedingsstoffen is echter ook niet goed voor planten en kan zelfs schadelijk zijn. Het weefsel wordt dan zacht en de plant knakt sneller om in de wind. Ook wordt de plant gevoeliger voor ziekten en plagen.
Groentes kunnen opgedeeld worden in weinig, middelmatig en sterk veeleisende planten, die elk verschillende hoeveelheden van voedingsstoffen nodig hebben. Tot de weinig veeleisende planten behoren de meeste kruiden, erwten en radijsjes. Zij hebben maar weinig voedingsstoffen nodig. Wat meer meststof hebben middelmatig veeleisende planten nodig, zoals aardbeien, koolrabi en wortels. Onder de meest veeleisende planten (die de meeste voedingsstoffen nodig hebben) behoren tomaten, komkommers, pompoenen en witte kool. Vergelijkbare verschillen zijn er bij sierplanten. Vraag bij voorkeur voordat je tot aankoop van een plant overgaat naar de specifieke vereisten van het gewas en stem de bemesting af op die vereisten. Op de verpakkingen van de meststoffen vind je de exacte doseringen.
Deze onderwerpen kunnen je ook interesseren
Bijpassende COMPO meststoffen