Kenmerken
Behoeften
Oogstperiode
Eigenschappen
Correct planten
Wortelen planten
Wortelen zijn een relatief gemakkelijke groente voor de eigen tuin en zijn daarnaast ook nog eens heel gezond. Voor een optimale groei raden we een zeer losse en steenvrije bodem aan. Speciale tuinaarde voor groenten biedt precies deze eigenschappen en zorgt voor een gezonde groei van de wortelplant.
Zodra de grond in het voorjaar droog is geworden, kunnen vroege wortelen en zomerwortelen worden ingezaaid. Om zo vroeg mogelijk in het kweekbed in te zaaien, kan je vanaf begin maart ook al onder een vlies planten. Winterwortelen moet je vanaf midden mei tot eind juli inzaaien, zodat ze tot in de herfst hun volledige grootte bereiken.
Je zaait de wortelen in rijen in, met afstanden van 30 - 45 cm, afhankelijk van de soort. De zaaidiepte moet 1 - 2,5 cm bedragen. Zaadbanden maken een gelijkmatige inzaai mogelijk en besparen je later het uitdunnen. Voor een deel duurt het tot 3 weken voordat de eerste stelen en bladeren van de wortelen uit de aarde spruiten. Het kan hierbij handig zijn de zaairij met markeerzaad te kenmerken. Hiervoor zijn radijsjes, dille en kervel geschikt.
Om je wortelen beter te laten kiemen, kan je de zaden 24 uur vóór de inzaai in vochtig kwartszand laten voortrekken. Bij het planten kan een mengsel van zand en zaden bovendien helpen de zaden sneller te laten groeien.
Correct verzorgen
Wortelen verzorgen
Een goede watervoorziening is belangrijk voor een rijke, knapperige oogst. In de eerste 3 weken, voordat de zaden goed zijn ontkiemd, moet je ze regelmatig met een fijne straal water geven. Belangrijk hierbij is dat je de zaden niet laat verdrinken. Zodra de koppen van de wortelen boven de grond uit steken, moet je ze aanaarden. De groente gedijt in de zomer het beste bij regelmatige neerslag. Wanneer er toch droge perioden voorkomen, moet je de wortelen extra water geven.
Wortelen behoren tot de middelmatig tot sterk opnemende planten en hebben daarom een regelmatige toevoer van voedingsstoffen nodig. Doe op het moment van planten een langzaam werkende meststof rechtstreeks in het plantgat. Op die manier zijn de wortelen optimaal voorzien en hoef je tot de oogst niet meer te bemesten. Als alternatief kan je de planten wekelijks met een organische vloeibare meststof begieten. Gebruik hiervoor bij voorkeur een speciale meststof voor groenten.
Wortelen die u in het voorjaar hebt geplant (ook peentjes genoemd), worden weliswaar niet zo heel groot, maar zijn wel lekker zacht. Ze zijn, afhankelijk van de soort, rijp na ongeveer 10 weken. Om ze te oogsten, trek je naar behoefte wortelen uit de grond en ontdoe je ze van aarderesten en loof. Ze blijven daarna in de koelkast meerdere dagen tot enkele weken goed.
Late wortelen (ook winterwortelen genoemd) kan je het beste zo lang mogelijk, tot aan de herfst, in de grond laten. Deze oogst je pas wanneer de bladpunten geel of rood verkleuren. Omdat onrijpe wortelen snel verrotten, moet je uitsluitend gezonde en volledig rijpe wortelen opslaan. Draai daarbij het loof van de wortelen af of snijdt dit tot op 3 - 5 cm lengte af, stop vervolgens de wortelen ongewassen tussen lagen zand en bewaar ze in een kelder met een hoge luchtvochtigheid.
Meer over het onderwerp groenteteelt en moestuin
Voor een rijke oogst