Pruimen

Wil je ook grote, zoete pruimen kweken in eigen tuin? Reserveer dan een zonnig plekje in je tuin voor je pruimenboom. Alleen als de boom langs alle kanten zonlicht kan opvangen, zal hij weelderig groeien en gelijkmatig vruchten ontwikkelen. Toch is een pruimenboom geen fan van droogte : een plekje middenin een zonovergoten weiland met verdichte grond is dus geen goede keuze. Misschien heb je nog een plekje vrij naast een bloemborder? Je kan trouwens zonder probleem schaduwminnende vaste planten onder de boom aanplanten.

Zolang de jonge boom zijn energie niet hoeft te steken in de bladeren en de vruchten, kan hij met zijn kleine wortelkluit goed voor zichzelf zorgen. De ideale aanplantingsperiode voor een pruimenboom ligt daarom in de herfst, wanneer de boom geen bladeren meer draagt. In die tijd van het jaar is er genoeg water beschikbaar en zo heeft de boom genoeg tijd om in te wortelen voordat hij in het voorjaar voor het eerst ontluikt.

Kies bij de aankoop van je pruimenboom voor een exemplaar waarbij de kroon ongeveer even groot is als de kluit. Voordat je de boom aanplant, verwijder je best eerst de beschadigde en rotte wortels. Zodra de kluit volledig bedekt is met aarde, is het gegraven plantgat diep genoeg. Voor de aanplanting kan je nog wat compost of meststof in het plantgat strooien om de boom te helpen bij de groei. Druk de grond vervolgens goed aan. Voor extra stabiliteit kan een steunstok zinvol zijn tijdens het eerste jaar.

Als het tijdens de herfst niet genoeg regent, is het nodig om de pruimenboom de eerste weken na de aanplanting regelmatig water te geven aan de wortels. Dit is ook belangrijk de eerste 2-3 jaar na het aanplanten, zeker tijdens langere periodes van droogte.

Afhankelijk van de variëteit kan je oogsten tussen juli en oktober. Rijpe vruchten moet je zo snel mogelijk uit de boom halen om te vermijden dat ze papperig worden en in het zonlicht beginnen gisten. Als de oogst te groot is, kan je het fruit doormidden snijden, ontpitten en vervolgens invriezen.

Pruimen groeien meestal op 2 tot 3 jaar oude takken. Vanaf het 4e jaar begint het hout te verouderen en vormt het nauwelijks of geen vruchten. Als je bij je oudere pruimenboom toch nog wilt genieten van een heerlijke oogst, heeft hij vanaf het vierde jaar toch wat verzorging nodig. Hoe zorgvuldiger je daarbij te werk gaat bij het snoeien, hoe meer nieuwe scheuten zich zullen vormen. Je pruimenboom wordt bij voorkeur tussen november en maart gesnoeid, wanneer de boom kaal is en de takken heel goed zichtbaar zijn.

Een jonge pruimenboom wil in de hoogte groeien. Als je de boom rustig laat verder groeien, zullen alle takken proberen zo verticaal mogelijk te groeien en zullen ze zo met elkaar concurreren. Daarom moet je de kroon de eerste jaren een beetje helpen met een vormsnoei. Laat maar één verticaal groeiende centrale tak staan. Na 3 tot 4 jaar zal de kroon zich dan vrijwillig vertakken.

Als dat is gebeurd, staat een volgende snoeibeurt in de winter op het programma. Zo valt er voldoende zonlicht in de kroon. Verwijder alle scheuten die te dicht opeen groeien of elkaar kruisen. Hetzelfde geldt voor alle takken die amper vruchten hebben gedragen of duidelijk ziek zijn. Net als voorheen is het belangrijk om ervoor te zorgen dat slechts één verticaal groeiende centrale scheut overblijft.